De Duitse wesp (Vespula germanica) is een van de meest voorkomende sociale wespensoorten in Nederland. De Duitse wesp en de sterk gelijkende gewone wesp worden ook wel limonadewespen genoemd.
Herkenning
Grootte
Werkster: | 10 – 15 mm. |
Koningin: | ongeveer 20 mm. |
Mannetje: | ongeveer 15 mm. |
Borststuk
Op het borststuk zie je links en rechts een gele streep lopen van achter de kop naar de aanhechting van de vleugel. Bij de Duitse wesp is deze streep gekarteld of lijkt het wat op een driehoek. De ruimte tussen de gele vlekken op het onderste deel van het borststuk is bij alle vlekken ongeveer even breed.
Achterlijf
Het achterlijf van de Duitse wesp is vrijwel niet te onderscheiden van dat van de gewone wesp (Vespula vulgaris). Bij koninginnen is het verschil er wel, met een klein uitstekend puntje/driehoekje in het midden van de zwarte tekening, dat bij de V. germanica meer een omgekeerd huisje is.
Bij de werksters en de mannetjes is op basis van de tekening niet zomaar te bepalen of het om de Duitse wesp of de gewone wesp gaat. Bij de Duitse wesp lijken losse stippen op het geel vaker voor te komen, maar dit is geenszins een betrouwbare manier om te bepalen welke wespensoort het is.
Kop
Herkenning van de Duitse wesp op basis van de kop is mogelijk op basis van enkele kenmerken:
- De onderkant van de ogen sluit (vrijwel) direct aan op de kaken;
- Eén, twee of drie stippen op de clypeus (het kopschild), soms met een verticale streep;
- Gele lijn op de slaap, zonder enige onderbreking.
Leefwijze
Nest van de Duitse wesp
Vorm: | Rond of ovaal |
Kleur: | Grijs |
Grootte: | Ø minimaal 30 cm., tot wel 150 cm |
Locatie: | Donkere, holle ruimtes, zowel ondergronds als bovengronds |
Het nest van de Duitse wesp valt op door de kleur (grijs), de grootte (groot tot heel groot) en de locatie. Ondergronds vind je deze nesten in oude muizen- of konijnenholen of andere ondergrondse ruimtes. Bovengronds zijn zolders, schuren en bergingen in trek, net als holle tussenruimtes (bijvoorbeeld bij daken en plafonds) en spouwmuren. Zolang het maar een donkere, holle ruimte is waar ze hun nest goed kunnen uitbouwen en ze een bruikbare in- en uitgang hebben.
Natuurlijke plaagdierbeheersers
Wespen voorkomen plagen. Ze jagen namelijk op vliegen, dazen en allerlei andere insecten, waarmee ze een belangrijke rol spelen in de balans van de natuur. Hiermee zijn ze natuurlijke plaagdierbeheersers, zonder wie er plagen kunnen ontstaan van andere insectensoorten, zoals de eerder genoemde vliegen en dazen, maar ook andere soorten waarvan de aantallen beter in toom gehouden kunnen worden.
Eén wespennest kan in de paar maanden dat het actief is kilo’s aan insecten verorberen. Als je dan weet dat een insect meestal enkele milligrammen weegt (een vlieg is gemiddeld 80 milligram, en dat is al een vrij fors insect), kan je zo berekenen dat de wespen van één nest honderdduizenden insecten vangen.
Overlast van limonadewespen
Limonadewespen -de verzamelnaam waar de Duitse wesp ook onder valt- zijn de wespensoort(en) waarvan wij mensen in de zomer overlast ervaren. Aan die overlast kan je zelf wat doen, en als je weet waarom deze wespen op onze zoetigheid afkomen, heb je waarschijnlijk ook wel wat meer compassie voor deze hongerige harde werksters.
Duitse wesp: niet agressief
Hoewel veel mensen er anders over denken, is de Duitse wesp niet agressief. Over het algemeen geldt voor dieren, waaronder wespen, dat ze vooral defensief zijn. Een Duitse wesp steekt uit verdediging, en zal dus het gevoel hebben bedreigd te worden voor deze steekt. Als een wesp jou ‘zomaar’ steekt kan het zijn dat je daar zelf ongemerkt aanleiding voor hebt gegeven, of de wesp is geïrriteerd geraakt buiten jouw schuld en reageert dat op jou af.
Waarom wespen op onze zoetigheid afkomen
De limonadewespen (de Duitse wesp en gewone wesp) zijn de enige wespensoorten in Nederland die wij als ‘lastig’ ervaren. Niet iedere sociale wesp -of ander geel-zwart gestreept insect- is op onze zoetigheid uit. Die zucht naar zoetigheid is verklaarbaar, en je kan voorkomen dat de wespen bij jou de zoetigheid komen zoeken.
Dit is waarom -en wanneer- ze zoetigheid zoeken
Nesten van de Duitse wesp beginnen zo rond april/mei, en worden gedurende de zomer steeds groter. In deze periode hebben wij eigenlijk niet of nauwelijks last van wespen. De werksters zijn dan vooral bezig met jagen op insecten om de larven te voeren, of hebben andere taken waar ze zich op concentreren. Wespen zijn namelijk erg doelgericht.
Ze focussen zich echt puur op hun taak en trekken zich daarbij niks van ons aan. Je zal merken dat wespen tot in augustus langs je heen vliegen, en niet op je zoetigheid afkomen. Dat gebeurt over het algemeen pas vanaf half augustus, wanneer het aantal werksters op zijn grootst is en het aantal larven begint af te nemen. Laat het nu zijn dat de werksters als beloning een druppeltje zoete vloeistof krijgen van de larven, en omdat het aantal larven dus afneemt is er minder zoet, terwijl er wel heel veel werksters zijn.
De werksters moeten dus zelf op zoek naar zoetigheid. Waar ze dat normaal in de natuur vinden, bijvoorbeeld nectar van bloemen, planten en zelfs bomen, zijn die bronnen van zoetigheid minder voorhanden in het bewoonde gebied waar ze ook hun nesten hebben. En ondertussen zitten wij mensen juist rond die tijd veel buiten met zoete drankjes, ijsjes en andere zoetigheid.