Saksische wesp

(Dolichovespula saxonica)

De Saksische wesp (Dolichovespula saxonica) is een van de twee meest voorkomende langkopwespen in Nederland. Deze wespensoorten maken relatief kleine nesten.

Herkenning

Grootte

Werkster:11 – 14 mm.
Koningin:15 – 18 mm.
Mannetje:13 – 15 mm.

Borststuk

Op het borststuk van de Saksische wesp zitten je links en rechts achter de kop schuine gele strepen. Deze strepen zijn dunner dan bij de gewone wesp. Het borststuk heeft blonde beharing, iets wat kenmerkend is voor de Saksische wesp.

Achterlijf

De Saksische wesp heeft het bekende geel-zwarte patroon dat we van de andere sociale wespensoorten kennen. Bij de Saksische wesp kan het zwart iets meer aanwezig zijn dan bij de andere sociale wespen. Dit kenmerk is bij de Saksische wesp wel minder sterk dan bij de andere langkopwesp: de middelste wesp.

Kop

Herkenning van de Saksische wesp op basis van de kop is mogelijk op basis van enkele kenmerken:

  • De onderkant van de ogen sluit niet direct aan op de kaken; er zijn zwarte ‘wangen’ tussen de ogen en de kaken;
  • Een tekening in de vorm van een Franse lelie (of een Frans snorretje) op het kopschild (clypeus) bij koningin en werksters;
  • Gele aanhechting van de antennes tussen de ogen.

Leefwijze

Nest van de Saksische wesp

Vorm:Kleine ovaalvormige nesten
Kleur:Grijs
Grootte:Ø ongeveer 20 cm.
Locatie:Vrijwel altijd in overdekte, donkere ruimtes. Soms buiten aan gevels.

Vooral einde lente tot einde zomer

De Saksische wesp is actief van het einde van de lente (eind april, begin mei) tot half augustus. In een zeldzaam geval tot begin september. Wanneer je een nest tegenkomt in juli of augustus, staat het nest dus meestal al op uitsterven.

Geen zoetekauwen

Langkopwespen als de Saksische wesp en de middelste wesp komen in augustus niet bij de mens op zoek naar zoetigheid. Het zijn dus geen zoetekauwen zoals de limonadewespen. Althans, ze lusten wel zoet, maar vinden dat in voldoende mate in de natuur.

Verdediging van het nest

Saksische wespen zijn vriendelijke wespen die niet zomaar steken. Maar bij verstoring van hun nest wordt het nest verdedigd door de werksters. Bij een lichte verstoring hoor je vaak eerst een diep brommend geluid, dat veroorzaakt wordt door gelijktijdige vibratie van de vleugels door de hele kolonie. Dit is bedoeld om belagers af te schrikken. Bij ernstige verstoringen zullen meerdere werksters in hoog tempo het nest verlaten om het te verdedigen.