Wespennesten: alles wat je wilt weten

Wespennesten, we zien ze liever niet in onze directe omgeving. De uitdrukking “je hand in een wespennest steken” heeft niet voor niets een negatieve betekenis. Mensen zijn ze liever kwijt dan rijk. Maar hoe zit zo’n wespennest in elkaar, en kan je verschillen zien tussen het nest van de ene soort en de andere?

De levenscyclus van een wespennest

Wespennesten beginnen vaak in april, maar dat kan ook in maart, mei of in juni gebeuren. De meeste nesten worden eind april, begin mei gesticht. In de eerste weken, wanneer de koningin alleen aan haar nest werkt, spreken we van een embryonest.

Zodra de eerste werksters zijn geboren en het nest beginnen uit te bouwen, noemen we het geen embryonest meer maar een beginnend wespennest. Als het nest twee tot drie maanden oud is, kan je spreken van een volwassen wespennest. Ook een volwassen wespennest groeit nog door, vaak tot enkele weken voordat de koningin sterft.

Bij veldwespen is het verschil tussen deze stadia moeilijker te ontwaren en is er ook veel sneller sprake van een volwassen nest. Een kolonie Aziatische hoornaars maakt meestal twee nesten per seizoen: het primaire nest (embryonest en beginnend nest) en het secundaire nest (het volwassen wespennest).

Het embryonest

Een wespennest begint heel klein met één cel. De koningin bouwt dit uit tot meerdere cellen met een enkel omhulsel en legt daar de eerste eitjes in. Uit die eitjes komen de eerste werksters. Tot die eerste werksters er zijn doet de wespenkoningin al het werk zelf. Een wespennest in dit stadium noemen we een embryonestje.

Een embryonest wordt uiteindelijk ongeveer zo groot als een pingpongbal. Veel nesten komen nooit verder dan deze embryonale fase. Verlaten embryonestjes worden vaak in schuren en op zolders gevonden.

Uit een embryonest kan je meestal niet direct opmaken van welke wespensoort het is. Kleur, locatie en vorm zeggen iets, maar een geelkleurig nest kan net zo goed van een Europese hoornaar zijn als van een Aziatische hoornaar of een gewone wesp. Terwijl een grijs nest van zowel de Duitse wesp als de Saksische wesp of de middelste wesp kan zijn.

Beginnend wespennest

Een beginnend wespennest is al wat groter dan het embryonest, meestal is het ongeveer zo groot als een vuist. In dit stadium is vaak aan het nest wel te zien van welke wespensoort het is.

Dit is ook het stadium waarin, indien nodig, een wespennest het best verplaatst kan worden. In een later stadium kan het ook. Eerder is meestal niet nodig en heeft dan ook niet de voorkeur.

Weinig tot geen gevaar

Van zowel embryonesten als beginnende wespennesten gaat weinig tot geen gevaar uit. De koningin en de eerste werksters zijn alleen maar druk met het nest en het broed, waardoor ze nauwelijks oog hebben voor wat er om hen heen gebeurt.

Volwassen wespennest

Hoe een volwassen wespennest eruitziet verschilt nogal per wespensoort. Waar je bij embryonestjes en beginnende nestjes soms moeite moet doen om vast te stellen van welke wespensoort het is, is dat in het volwassen stadium meestal snel duidelijk.

Een volwassen nest heeft pas tegen het einde van het seizoen zijn definitieve vorm en grootte wanneer de raten voor de darren en koninginnen zijn gemaakt. Vanaf dat moment begint de aftakeling van de kolonie en stopt de verdere uitbreiding van het nest.

Hoe ziet een wespennest eruit?

Een wespennest ziet er (meestal) uit als een papieren bol, waarbij vorm, structuur en locatie afhankelijk zijn van de wespensoort. Wespennesten zoals wij die kennen bestaan uit meerdere raten die onder elkaar hangen. Iedere raat bestaat uit tientallen zeshoekige cellen zoals we die ook van bijenraten kennen.

De laatste raten die worden gebouwd zijn voor de darren en de koninginnen. De cellen van die raten zijn zichtbaar groter dan de andere cellen.

En dan zijn er nog wespensoorten die open nestjes maken, zonder papieren omhulsel.

Ontdek hieronder hoe je per soort het nest herkent.

Nest van de gewone wesp

Het nest van de gewone wesp (Vespula vulgaris) is meestal rond, maar kan qua vorm ook afwijken en bijvoorbeeld ovaal worden. Maar een volwassen nest van de gewone wesp kan ook een totaal afwijkend vorm krijgen als het zo uitkomt.

Je herkent het nest van de gewone wesp in ieder geval aan:

  • Locatie: donkere, holle ruimten zoals zolders/vlieringen, spouwmuren en ondergrondse holen;
  • Kleur: geel of bruingeel;
  • Structuur: schelpvormige lijnen

Nest van de Duitse wesp

Net als bij de gewone nest is het wespennest van de Duitse wesp (Vespula germanica) over het algemeen rond, maar kan het ook andere vormen aannemen.

Je herkent het nest van de Duitse wesp in ieder geval aan:

  • Locatie: donkere, holle ruimten zoals zolders/vlieringen, spouwmuren en ondergrondse holen;
  • Kleur: grijs
  • Structuur: schelpvormige lijnen

Nest van de Saksische wesp

Nesten van de Saksische wesp (Dolichovespula saxonica) zijn in het begin meestal vrij rond, en wanneer ze richting het volwassen stadium gaan, wordt het een omgekeerde ei-vorm. Er ontstaat een soort tuitje onderin waar de nestingang zit, en naarmate het nest groter wordt, verschuift ook de ingang.

Je herkent het nest van de Saksische wesp aan:

  • Locatie: (semi-)overdekte ruimtes zoals vogelhuisjes, heel soms buiten of deels buiten;
  • Kleur: grijs
  • Structuur: lange lijnen, marmerachtig, vaak met verschillende kleuren, van grijs tot wit, blauw en rood

Nest van de middelste wesp

Ook het nest van de middelste wesp (Dolichovespula media) begint vaak rond, met in het embryonale stadium een (soms lange) verticale buis eronder. Deze buis noemen we de vestibule. Uiteindelijk krijgt ook dit nest een omgekeerde ei-vorm met een opening in het tuitje onderaan.

Je herkent het nest van de middelste wesp aan:

  • Locatie: buiten, vaak in struiken of tegen bouwwerken, zoals huizen en standbeelden;
  • Kleur: grijs
  • Structuur: lange lijnen, marmerachtig

Nest van de Europese hoornaar

De Europese hoornaar (Vespa crabro) maakt nesten die in eerste instantie wel wat lijken op die van de gewone wesp. Maar er zijn wat subtiele verschillen waaraan deze nesten te herkennen zijn.

Je herkent het nest van de Europese hoornaar in aan:

  • Locatie: holle, donkere ruimtes, soms deels buiten (holle bomen, nestkastjes, zolders);
  • Kleur: geel/geelbruin, soms wat rode tinten;
  • Structuur: lange lijnen en vaak “luchtbellen” aan de buitenkant.

Het nest van de Europese hoornaar is altijd open aan de onderkant, waardoor je de onderste raten kan zien zitten.

De Aziatische hoornaar (Vespa velutina nigrithorax) is een exoot die sinds 2017 in Nederland wordt aangetroffen. Deze wespensoort maakt een primair nest, om later in een boom in de buurt een secundair nest te maken.

Je herkent nesten van de Aziatische hoornaar als volgt:

  • Locatie: primair nest in holle, donkere ruimtes, maar ook in struiken; secundair nest vrijwel altijd hoog in bomen, maar soms ook in struiken;
  • Kleur: bruin met soms grijze tinten;
  • Structuur: korte lijnen, iets rond; houdt het midden tussen dat van de gewone en Duitse wesp, en de Europese hoornaar.

Nest van de Franse veldwesp

Nesten van de Franse veldwesp (Polistes dominula) vind je over het algemeen net op andere plekken dan die van de wespensoorten hierboven. Verder is het een open nestje zonder omhulsel.

Je herkent het nest van de Franse veldwesp aan:

  • Locatie: zonnige plekken die warm en broeierig worden, zoals onder dakpannen, koepelraampjes en golfplaten;
  • Kleur: grijs;
  • Structuur: geen omhulsel, bestaat uit één enkele raat.

Hoewel Franse veldwespen nesten bouwen van één enkele raat, kan je wel meerdere van deze nesten bij elkaar vinden. Soms wordt er een nieuw nest gebouwd aan een oud nest, of worden er meerdere nestjes naast elkaar gebouwd. Dit zijn wel verschillende nesten met elk een eigen koningin.

Nest van de bergveldwesp

De bergveldwesp (Polistes biglumis) is nog niet erg algemeen in Nederland en komt vooral in het oosten en zuiden van ons land voor.

Je herkent het nest van de bergveldwesp aan:

  • Locatie: buiten, aan stengels van planten;
  • Kleur: grijs;
  • Structuur: geen omhulsel, bestaat uit één enkele raat die zijwaarts is gericht.

Hoe maken wespen een nest?

Wespen maken hun nest van papier. Dat papier maken ze zelf van houtpulp, dat ze van bijvoorbeeld dode bomen afschrapen, maar ook van onbewerkt hout in onze tuinen, zoals schuttingen en tuinmeubels. Ze schrapen er een dun laagje van af, vermengen dat met wat speeksel, en maken er zo papier van.

Bij het uitbreiden van het nest moeten ze soms ook oude delen weer afbreken. Dit materiaal wordt weer opnieuw gebruikt. Wespen zijn dus niet alleen de uitvinders van papier, maar werken ook al vele duizenden jaren circulair.

Als je een actief wespennest bestudeert, zie je vaak aan de buitenkant werksters bezig om wat aan te bouwen of stukken te herstellen.